Archives for januari 2014

Mede wegmisbruikers (1).

We kennen het allemaal, de weggebruikers die het niet zo nauw met de regels nemen. Nu ben ik beslist niet heilig wat dat betreft maar er zijn toch wel mensen die het bont maken. Zoals bij velen bekend rij ik nogal eens tussen Frankrijk en Hoofddorp heen en weer, het zal je niet verbazen dat ik dan geregeld dingen zie of meemaak die niet helemaal Christelijk zijn.
Het is maar goed dat ik niet dezelfde bevoegdheden heb als de politie of gendarmerie, er zouden toch behoorlijk wat zeldzame zuidvruchten een bon van mij krijgen.

Laten we beginnen met verkeersirritaties, dat is denk ik wel de grootste categorie als het op bijzonder rijgedrag aankomt. Als het druk is heb ik er geen problemen mee als iemand links blijft rijden, wat ik dan weer wel vervelend vindt is dat als er weer ruimte voor hen komt ze met hetzelfde gangetje door blijven sukkelen. Geef dan gas man, of vrouw natuurlijk! Kijk, als het omhoog gaat kan ik het ze niet kwalijk nemen. Die Clio diesel inclusief geen turbo kan alleen maar meer snelheid maken als het naar beneden gaat. Hetzelfde geldt voor Renaultjes van het type hondenhok en Kangoo’s, een ander soort van hondenhok. Wel valt op dat het altijd Renaultjes zijn, zou je niet verwachten met al die formule-1 successen uit het nabije verleden. Toch moet de stoker een blokje extra op het vuur gooien, al is het alleen maar om het geval-met-inhoud naar boven te slepen.

Vaak rij ik ’s nachts, dan heb ik geen files bij Parijs en is het heerlijk rustig op de weg. Uitzonderingen bevestigen de regel natuurlijk weer dus heb ik ook al eens 2 uur vastgestaan om de binnenperiferie van Parijs op te komen om 2 uur ’s nachts. Parijs is sowieso een verhaal apart, de rijstijl die de gemiddelde Parijsoos erop na houdt kan uitsluitend aangeleerd worden door veel te snel ergens willen zijn terwijl ze denken in een klein dorp te wonen. Altijd tijd tekort die lui. Is hier veel verkeer dan? Daar weet ik niks van! Onder dat motto wordt het vooraankomen op de binnenperiferie een ware slalom. Die Roemeense vrachtwagenchauffeur had het niet gezien, die wilde alleen maar zo snel mogelijk Parijs voorbij rijden. Een Twingo komt via de vluchtstrook de rechter rijbaan weer op en was iets te krap voor de 40-tonner ingestuurd. Nu hebben Roemenen nog nooit van blinde-hoek spiegels gehoord en als het er dan opzit moet je wel de discipline hebben erin te kijken. Dat had deze gorilla niet en pakte het Twingootje op het achterwiel. 40 Ton dendert wel door, in een pillendoosje wat een auto moet voorstellen is die ervaring heeeel anders. Het is dat de ontsnapte circusattractie die opgeleid was te sturen er door andere weggebruikers op attent gemaakt werd anders was het zijdelings voortduwen van die boodschappentas hem pas opgevallen bij de eerstvolgende verplichte stop.

Valt het op dat ik alleen maar Renaultjes zie die links en rechts problemen veroorzaken? Aangezien Fransen in het algemeen totaal geen binding met hun auto hebben zijn ze er niet zuinig op, daar doen die 5 NCAP-sterren ook geen goed aan. Stel je voor, je moet van A naar B en een beetje rap ook. Je springt in je vervoermiddel met 5 sterren dus er kan je niets gebeuren. Zelfs niet als je veel te snel tussen het vrachtverkeer laveert. Kreukelzone dit kreukelzone dat, klapzakken en de gemiddelde Franse coureur waant zich veilig in iets dat alleen geschikt is om eieren in te vervoeren over ruige wegen.

Oh, dat verbaasd je? Nou dan heb ik nieuws voor je. Toen de lelijk eend geïntroduceerd werd, ook wel Citroën 2CV genaamd, ging het alleen maar over de geweldige vering. Met dit vervoermiddel was het mogelijk voor de boeren 5 kilometer verderop eieren te gaan halen in een mandje en dan over een soort van militaire hindernisbaan terug te rijden zonder dat de eieren in het mandje op de achterbank braken. Niemand, maar dan ook echt niemand had verwacht dat het ding ook door de plaatselijke kippenboer het asfalt opgestuurd zou worden. In het eigen dorp ging dat nog wel maar dat houdt ook een keer op, voor de boeren uit de jaren 50 sneller dan men dacht.

Als rechtgeaarde Franse slakkenteler die ook wel eens eieren ging halen, vooruit jij je zin, was snelheid de laagste prioriteit. Dat wil zeggen dat toen ze eenmaal achter de gigantische topsnelheid van die overmaatse eiermand kwamen moesten ze ook zonodig de wereld buiten hun eigen dorp gaan verkennen. Comfortabel wiegend over het karrenpad van 17 kilometer lang kwam men er al snel achter dat er ook verharde wegen bestonden. Aan het eind van het karrenpad kon men dan eens flink gas geven en met 50 km/h het oorverdovende gehijg van de 2-cilinder luchtgekoelde boxermoter aanhoren. Dát moet nog eens een sensatie van snelheid geweest zijn zeg!

Ik zie het helemaal voor me, de boerin (Henriëtte-Freine-Feu du Rhin) spoort de boer (Jean-Pierre) aan om nog sneller te gaan. Jean-Pierre ja, vertaald Jan Steen vergezeld van zijn vrouw Hendrickje. Uhh, was dat niet de vrouw van Rembrandt? Okè, goed, vreemdgaan was in die tijd meer regel dan uitzondering zullen we maar denken. Freine-Feu du Rhin betekent letterlijk vertaald Rem Brand van Rijn, heel goed in schuilnamen vinden waren ze in die tijd ook niet. Het mankeerde er nog net aan dat ze zonnebloemen gingen schilderen, dat kwam door de chaos bij Jan Steen thuis en zodoende konden ze de juiste verf niet vinden. Ik weet ook wel dat ik een paar eeuwen mis zit maar zo is het veel leuker.

Wat maakt het uit? Gas is wat het volk wil en dat krijgen ze ook. Naast brood en spelen zijn er in onze moderne tijd andere hebbedingetjes zoals brood en gas op de plank. Bij 60 km/h gaat het tentdakje flapperen, bij 70 km/h maken de spatborden een vleugelbeweging die frappant veel overeenkomsten vertoont met vliegende eenden. Onder luid gekwaak van de motor wordt de topsnelheid bereikt van 80 km/h, alles heeft nu zijn oscillatie-frequentie bereikt en flappert vrolijk om het eiermandje heen. Vanaf die snelheid weer tot stilstand komen was een ander verhaal, drie weken later zijn ze nog gespot in een kermisattractie waar ze tot dan nog steeds rondjes in draaiden. Dat moet het moment geweest zijn dat de gorilla heeft gekozen voor een eenzaam bestaan achter het stuur van een vrachtwagen.

Ik ben iets afgedwaald geloof ik, in het vervolg van dit verhaal zal ik dat wel goedmaken.

Nico.

Nog maar eens op vakantie. Deel 5.

Kritisch op de juiste werking van alle dingen ben ik al lang niet meer dus dan rijden we maar verder zonder dat de klep in het slot zit. Eerst wil ik weten of het dwarsliggende driespan al is bijgedraaid. Kontact aan, geen meldingen en weer keurig een P in het instrumentencluster. De bak heeft het in ieder geval begrepen. De ruitenwissers dan? Doen het ook weer. Ik weet al een tijdje niet meer waar ik zou moeten gaan zoeken maar nu ben ik wel helemaal verloren. Starten dan maar en dat gaat wonderwel goed. Louise is ook bijgedraaid en wil me niet meer terug hebben naar het beginpunt. Braaf zo! Ga zo door! De bak in D en weg zijn we maar nog geen 5 meter verder zegt de boordcomputer dat de achterklep nog open staat. Ja, denk je dat ik dat niet weet? Doe er lekker zelf iets aan en zorg er voor dat het ding dicht gaat als je er een probleem mee hebt. Zeikerd!.

Nu de 7 weer doet wat er verwacht wordt ben ik niet meer geïnteresseerd in een stop, niet voor koffie of eten en al helemaal niet om de medepassagiers te laten plassen. Dat wordt me niet in dank afgenomen dus noodgedwongen toch maar even ergens gestopt. Tja, als ik de keus heb tussen stoppen en nat leer …… Nou ja, laten we maar stoppen dan, het is tenslotte geen artikel in de plee-boy. Tijdens de stop besluit ik de sofclose eens op een alternatieve manier opnieuw te initialiseren. Kofferklep open, met een schroevendraaier de haak van het slot in de “gesloten” positie duwen en met het knopje buitenop weer ontgrendelen. Nu dicht dat ding en zowaar werkt de softclose ineens weer. Toch raar, dat zou dus betekenen dat je de accu moet aansluiten met de klep dicht anders begrijpt de electronica het niet. Dat wordt wat lastig maar ik weet nu wel hoe ik het systeem weer kan reanimeren.

Zonder noemenswaardige problemen bereiken we Brioude waar we de nacht doorbrengen. Eigenlijk wil ik alleen nog maar naar huis en de volgende ochtend ben ik vast besloten dat ook te gaan doen. Het is niet dat de 7 de vakantie verpest heeft maar “la voiture” heeft er toch best wel een stempel op gedrukt. Ik ben razend benieuwd wat er allemaal in het fout-geheugen van de diverse modules staat en nog veel benieuwder of ik met die informatie ergens aanknopingspunten heb om de problemen op te lossen. Als Herr Heinz von Bit-Fehler bis Speicherrung zijn werk goed gedaan heeft moet dat lukken. Onderweg naar huis dus!

De kortste weg naar huis is een kleine 400 kilometer en er zijn nog behoorlijke heuvels te nemen, de hoogste is nog altijd 1200 meter boven het zeeniveau. Geen paniek we gaan in Montluçon eten en dan verder naar huis. Voordat we de hoogste heuvel bereiken krijg ik de ene melding na de andere in het display, van “Motoröl Uberprüfen” ( hé, die hadden we nog niet gezien ) en “Getriebenotprogramm” tot “Bremsbelage Wechseln” en de melding dat het +3 graden buiten is. Allemaal vergezeld van die gezellige “Dong”. Elke keer als het ding dong zegt probeert mijn vrouw zich krampachtig zo te manoeuvreren dat ze in het display kan lezen wat er nu weer geroepen wordt. Na verrekte nekspieren en een zekere behandeling bij de fysiotherapeut bij elkaar geworsteld te hebben beperkt ze zich tot de uitspraak: “Wat heeft ie nu weer?”. Niets aan de hand schat, de ruitensproeier is leeg. Dong, “wat nu weer?”. Hè, er staat helemaal niets in het display. Bleek haar iPhone het virus ook opgelopen te hebben en een nieuw bericht met hetzelfde vervelende geluidje te melden. Ik kan die gong wel killen! Parkeerplaatsje maar weer eens, er gaat ruim een liter motorolie bij en de laatste melding blijkt echt waar te zijn, het is koud!

Dan in de stromende regen verder, ik laat me door het weer niet makkelijk uit het veld slaan maar ik zou er alles voor gegeven hebben om op dat moment de poort van mijn eigen tuin binnen te rijden.
We zijn bijna bij Clermont Ferrand, het is inmiddels donker en lantaarnpalen hebben de Fransen alleen in Parijs neergezet. Op de autoroute haal ik vrachtwagens in met een gangetje van 130 – 140, het is niet erg druk maar dan opeens, als ik net een vrachtwagen voorbij ben stoppen de ruitenwissers er weer eens mee. Geen goed plan met die snelheid in dat weer!

Wordt vervolgd,
Nico.

Nog maar eens op vakantie. Deel 4.

Het is al enige tijd gelden dat ik iets op de blog heb gezet en ik raad je aan om eerst de voorgaande episodes nog eens door te lezen.

Nog maar eens op vakantie. Deel 4.

De volgende ochtend, stromende regen. Ik neem mijn tijd om het ontbijt te nuttigen en mijn spullen in te pakken. Het weer moet mijn humeur opgemerkt hebben, de wolken verdwijnen en er komt zowaar een zonnetje tussendoor schijnen. Ik geef de 7 eenzelfde blik en hoop dat het ding ook die dag zonder problemen zijn werk gaat doen. Aanvankelijk gaat het goed, een dagje in Montelimar rondgehangen en verder naar Le-Puy-en-Velay. Dat is niet zo ver, slechts 100km. We steken de Rhône over en ik volg trouw de aanwijzingen die Louise mij geeft. Dan zie ik ineens een bordje “Le-Puy-en-Velay”, Louise heeft niets gezegd maar ik besluit de wegwijzer te volgen. Linksaf en dan begint ze ineens te zeuren. Draai om, sla twee keer linksaf, sla twee keer rechtsaf, ik weet dat ze uiteindelijk wel zal bijdraaien en blijf bij mijn besluit de bordjes te volgen. Inmiddels begint het weer zachtjes te regenen.

Dat Louise protesteert ben ik gewend, nieuw is dat ze haar ongenoegen uit tegenover de andere units in de 7. Daar vindt ze een stukje elektronica dat al vanaf het begin een slecht humeur heeft en het met haar eens gaat zijn. Die units spannen samen tegen mij, Louise heeft natuurlijk verklapt dat er een bergpas aankomt waarop de bak-unit haar gerust stelt en er iets aan gaat doen. Noodloop! Jazeker, ze heeft het voor elkaar gekregen. Terwijl Louise blijft brullen dat ik moet omkeren weigert de bakunit te schakelen. Het begint iets harder te regenen en ik besluit door te rijden tot we bij een restaurant of zo zijn, in ieder geval iets met een warme bak koffie en misschien zelfs iets te eten. Zover kom ik niet, Louise heeft nóg een medestander gevonden in de vorm van de ruitenwissers. Die stoppen er ook maar spontaan mee. Fijn zo’n stelletje recalcitrante pubers aan boord. Ga lekker de Privé lezen of zo maar laat mij met rust!

Na een veilig plekje te hebben gevonden zet ik het ding af, ik begin het goed zat te worden en ik open de achterkoffer, haal de minpool van de accu los en… Oh ja, shoot! Ik heb zo’n hydraulische achterklepbediening en die doet het zonder stroom niet, even vergeten. Langzaam dichtduwen dan maar, proberen het geval niet in het slot te laten vallen dus het laatste stukje heel voorzichtig de klep op het slot leggen. Ik laat de klep los en klik, in het slot. Mijn woorden zijn beslist niet voor herhaling vatbaar en tijdens het vloeken vind ik ook nog nieuwe woorden uit, zelfs de wolken trekken zich terug en het wordt zowaar even droog. Was het toch ergens goed voor. Het is nog net niet zo erg dat de enige sleutel die ik heb in de achterkoffer ligt, dan had ik het ding met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid in de fik gestoken. Skiluik of niet!

Ik blijf even buiten staan om de rest van de medereizigers niet al te veel met mijn frustraties op te zadelen, na 10 minuten ben ik over mijn kookpunt heen en stap weer in. Hoelang zal ik het electronische tuig zonder voeding laten zitten? Een kwartier? Half uurtje misschien? Eigenlijk heb ik helemaal geen zin om daar op te wachten dus na 20 minuten is het wel welletjes, ik stap uit, steek de sleutel in het slot van de achterklep en ontgrendel deze. Dat viel niet tegen maar daarna kreeg ik de sleutel er nooit meer uit. Als het theewater eenmaal gekookt heeft duurt het niet zo heel erg lang om het weer terug op het kookpunt te krijgen en ik ben in staat om een dusdanige kracht te zetten dat ik de sleutel met slot en al uit de achterklep zou kunnen trekken. Goed, eerst de accu maar weer eens aansluiten want die kofferklep blijft zonder de ondersteuning van de pomp niet volledig open staan met als gevolg dat ik die klep tot 2 keer toe in mijn nek krijg als ik op zoek ben naar de WD40.

BMW rijden, en dan ook nog één uit het hoogste segment is niet vervelend. In dit geval niet vanwege de luxe, de geweldige wegligging en het motorvermogen. Het is en blijft een avontuur, altijd weer spannend of ik met het beest ook weer thuis kan komen. Er gaan van alle hande gedachten door je hoofd op zo een moment. Goed, de accu is weer aangesloten en de achterklep blijft met behulp van de pomp weer netjes open staan. Na een halve bus WD40 in het slot gespoten te hebben schiet de sleutel er ineens uit. Sjonge jonge, nou, dicht maar weer die klep. Wat denk je? Wil de rotzak niet meer in het slot vallen, dat wil zeggen dat de softclose niet meer werkt. Ja, hé, ho! Als je denkt dat je alles nu wel gehad hebt is de 7 opnieuw in staat om je met een ander probleem te confronteren.

Wordt vervolgd.
Nico.