Nog maar eens op vakantie. Deel 1.

Zo half mei begint het regenachtige weer toch wel een beetje te vervelen, de week ervoor waren we al naar Nederland geweest voor een week maar ook bij terugkomst was het huilen met de klep dicht. Alle verhalen over opwarming van de aarde en dat het te droog is geloof ik niets meer van, wat een koud nat rotweer zeg.
Tijd om nog eens een gezonde dosis fossiele brandstof erdoor te jagen om het tij te keren, waar moet je dan naartoe? De Franse alpen leken wel wat, dicht bij de Côte d’Azur kán het gewoon geen slecht weer zijn. Die palmbomen staan daar geen sneeuw te vangen dus ’s avonds beslist en meteen de volgende ochtend in de 7 naar de andere kant van Frankrijk.

De route die ik in gedachten had werdt luisterrijk om zeep geholpen door Louise, mijn navi-gleufje. Onderweg naar Toulouse, net na Brive moest ik ineens van de autoroute af van haar, ik zat nog te twijfelen of ik het wel zou doen. Nou vooruit maar, ik had tenslotte zelf om de snelste route gevraagd. Het voorstel van Louise was achteraf niet verkeerd maar ik had die route-nationale al eens gereden en de wegwerkzaamheden waren na 2 jaar nog niet klaar. Hoe lang kan je doen over het aanleggen van een rotonde? Na zo’n 100 kilometer komen we weer op de autoroute, die weg had ik nog nooit genomen en daarbij leidde het over de gigantische hangbrug bij het plaatsje Milau. Blij verrast betaal ik de 7 euro om erover te mogen rijden, de mythe is meer dan het gebruik maken van de brug. Je rijdt erover en je hebt totaal geen uitzicht op het honderden meters lager liggende dal. Dat was wel jammer maar goed, ik kan zeggen dat ik er geweest ben. Lekker belangrijk.

Tijdens het spitsuur kom ik van de verkeerde kant Montpellier binnen, file en stoplichten voordat ik dan eindelijk weer op de autoroute belandt. Louise heeft me wel een dienst bewezen door mij door sneaky achterbuurten te leiden en zodoende 50 kilometer te besparen. Het eerste reisdoel is Perthuis, zo’n 40 kilometer boven Marseille. Tegen 8 uur ’s avonds komen we daar aan, ik had al een hotel geboekt dus het was een kwestie van inchecken. Moe en voldaan nuttigen we een eenvoudige maar voedzame maaltijd en gaan vroeg naar bed. De volgende dag hebben we geen echt doel meer, het wordt wat rondrijden en stoppen waar we het leuk vinden, uiteindelijk komen we in Sisteron en Digne terecht, geweldig leuke plaatsen waar we ons best vermaakt hebben.

Nu wil het geval dat onderweg naar Digne, bij het afremmen bij een tolpoortje, de versnellingsbak in de noodloop modus schiet. Ikzelf schiet in de achteruitbid modus en na een kort maar kernachtig gesprek met God zet ik de 7 aan de kant. Prettig geregeld is anders, ik sta op het punt om de Franse alpen in te rijden en dan zegt meneer ZF ineens tegen mij dat hij er geen zin in heeft. Dit is al de 2e 7 die weigert om plezier te beleven, de eerste weigerde al vanaf het eerste moment om naar de Côte d’Azur te vertrekken. Ik zet de motor af en start na een minuut of 5 opnieuw in de hoop dat het om een kromme bit in de datavoorziening ging. IJdele hoop, zonder een meter gereden te hebben staat meneer alweer in noodloop. Ik besluit met de vastberadenheid dat IK de baas ben om verder naar Digne te rijden, in zijn 4e versnelling wel te verstaan. Het reliëf van het landschap wordt heftiger en ik moet behoorlijk gas geven om de 7 naar boven te slepen. Wegtrekken bij een rotonde neemt zijn tijd, de gemiddelde Trabant op 2-takt zonder tuning doet het sneller. Ik voel me als een zigeuner in een grote sloep die niet vooruit te branden is, ben ik even blij dat er geen sleepkeet achter hangt! Kamperen heb ik in mijn jeugd al méér dan genoeg gedaan, een geweldige tijd maar terug naar het verleden is niets voor mij. Vooruit moet het gaan en wat de 7 betreft een beetje snel ook, daar was helaas geen sprake van. Op een parkeerplaats in Digne, ja ik ben er wel gekomen, ga ik in mijn papieren op zoek naar het telefoonnummer van Thomassen. Thuis laten liggen. Niet alle papieren, het nodige heb ik bij me maar niet het telefoonnummer van Thomassen. Mijn vader zou gezegd hebben dat het zoiets is als zonder ballen naar een bordeel gaan en zo voelde het op dat moment ook. Ik heb niets bij me, geen reserve EGS, geen uitleesapparatuur en zelfs geen multimeter.

Tja daar sta je dan, het is 28 graden, de zon schijnt, ik ben op vakantie en dan heb ik dit. Wie kan ik eens opbellen om het telefoonnummer van Thomassen te achterhalen en misschien nog wat ander ideeën op te doen? Miki is intussen gaan winkelen, ze kon de ellende niet meer aanzien. Eens kijken, Rein staat in mijn telefoonlijst en is de beste optie om eens te proberen. Rein neemt op en ik leg de situatie uit, zijn eerste reactie was “dat meen je niet”! Helaas wel, na wat nuttige maar op dat moment onuitvoerbare tips van zijn zijde vraag ik het nummer van Thomassen wat Rein zonder veel moeite kon terugvinden. Pfff, gelukkig. “Met Peter” (Thomassen), Ha die Peter, ik sta hier in zuid Frankrijk en mijn bak staat in noodloop. Okeeeej, en ik krijg van hem ook nog wat nuttige maar tevens onuitvoerbare tips.

Z3 in de problemen, deel 1.

Na al mijn berichten over de Z3, dat er eigenlijk nooit iets aan mankeert en dat het een wagen is die met dol enthousiasme elke dag klaarstaat om te mogen rijden, is er toch eens iets mis gegaan.
Ik begon er al aan te twijfelen of dit wel een echte BMW is, er kwamen gedachten naar boven zoals “Hoe de Jappen het lappen” en “Opel kopen altijd lopen”. De motor dus, niet dat je zelf moet gaan lopen. Maar gelukkig is het een echte BMW! Het kan kapot en dan gaat het ook een keer kapot.

Op een regenachtige donderdag was ik bezig iets te maken van hout maar de open haard wilde niet echt meewerken, het vuurtje wilde geen vlam vatten en het was best nog een beetje koud. Plotseling ging de telefoon, niets ongewoons als je een Bed & Breakfast hebt, gebeurt gelukkig vaker. Het was mijn vrouw, ze was rond 8 uur die ochtend vertrokken naar Tours voor een controle afspraak in het ziekenhuis. Tours is 165 kilometer verderop, helemaal geen grote afstand voor Franse begrippen. Nu weten jullie inmiddels denk ik wel dat Miki van origine een Antwerpse is, als mijn zinnen niet helemaal kloppen geef ik haar daar de schuld van. Miki dus, “Ik ben ik panne gevallen op de A10, 30 kilometer voor Tours”. Ik vraag wat er gebeurd is, “Nou, een grote stoomwolk en er komt een hels geratel uit de motor en ik ben direct gestopt. Ik wacht nu op de depanneur”. De wegsleper dus, ik probeerde nog een vraag te stellen maar ze riep dat de gendarmerie eraan kwam en hing op.

Als het een keer fout gaat is het meteen goed raak dacht ik en neem nog een bak koffie. Terwijl ik met mijn hoofd in de open haard hang om eens te kijken hoe ik het vuurtje ga reanimeren gaat de telefoon weer, hoe kan het ook anders. Miki weer, “De depanneur is er en hij heeft de Z3 op zijn wegsleepwagen gereden”, pardon? Gereden? Kan die Franse boerenpummel die lier die erop zit niet gebruiken? Te laat, alweer opgehangen. Gaat goed zo, op die manier worden mijn zorgen alleen maar groter. Nee, om Miki maak ik me geen zorgen, het is een grote meid die het wel regelt. Ik maak me zorgen om de Z3, ondanks dat ik het onderhoud stipt uitvoer kan er altijd iets aan de motor kapot gaan. Op dat moment ga ik ervan uit dat het waarschijnlijk wel zal meevallen maar erg gerust ben ik er niet op. Waar was ik ook al weer mee bezig? Oh ja, de open haard, er staat op de verpakking van die aanmaakblokjes dat je er maar één van nodig hebt om een vuurtje aan de gang te krijgen. Na er 5 keer één blokje onder geschoven te hebben wil het nog steeds niet. Op het moment dat ik besloten heb de rest van de verpakking in de fik te steken gaat de telefoon.

Miki: “Ik zit nu in de wegsleepwagen en we zijn onderweg naar de garage”. Mooi, en mag ik weten waar die uithangt? “Ja hoor, ik zal je het adres geven.” Ik sta klaar met pen en papier en daar komt als eerste de naam van de wegsleper, ja, daar heb ik niks aan. Mag ik misschien het adres? Ze roept de naam van een gehucht waar ik nog nooit van gehoord heb maar ik noteer het braaf, en in welke straat is dat? “Even vragen, het ligt aan de D7.” Dat schiet lekker op, de D7 is maar 140 kilometer lang, waar precies? Tuut tuut tuut…. Geen bereik meer met die eifoon van haar. Met de beschikbare gegevens open ik google maps en ik kan het zowaar terugvinden, wat een verwennerij! Ik trek mijn jas aan en ga de aanhanger aan mijn 7 hangen. Telefoon!

“Het is niet waar ik zei, het is ergens anders.” Weet je zeker dat die gozer zelf weet waar hij woont? “Het ligt langs de N10, er staat daar een taxi te wachten om me naar het ziekenhuis te brengen.” Mooi werk, maar de N10 is ongeveer 500 kilometer lang, vertel me nou eens waar ik de Z3 kan ophalen. Ik krijg het adres en loop de keuken in om mijn autosleutels te pakken, krijg nou wat! Het hout in de open haard heeft zowaar vlam gevat en staat vrolijk te branden. Ja lekker, nou is het niet meer nodig! Ik knoop de aanhanger achter de 7 en voer het adres in de navigatie in.

Op mijn gemak begin ik aan de reis van 130 kilometer. Louise, mijn navigatie troel, geeft vriendelijk aan waar ik naartoe moet. In het Engels, dat Duitse mokkel is veel strenger, daar durf je gewoon de verkeerde weg niet bij in te slaan. Helga heb ik haar genoemd, ontsnapt bij de Gestapo volgens mij. Ja, of het vriendinnetje van Horst Tappert geweest. Op vrachtwagentempo kom ik zo rond 1 uur aan in het gehucht, het benzinestation waar de depanneur moet wonen ziet er verlaten uit. De Z3 staat er wel, op een klein terrein ernaast met een terreinwagen ervoor geparkeerd.

Wordt vervolgd,
Nico.

De wijnkelder deel 1.

Als meervoudig BMW bezitter kan ik er niet onderuit, daarbij helpt het ook niet dat ik wat wijn betreft in een verkeerd land terecht gekomen ben, dus deze aflevering gaat over wijn en mijn kelder.
Ben ik een wijnkenner? Nee, niet echt. Wat ik wel weet is dat ik bepaalde wijnen lekker vind, troep die je in een restaurant bestelt als zijnde “een karafje huiswijn” is net goed genoeg om het eten mee door te spoelen. Chateau Migraine kennen we allemaal wel denk ik, dat hoeft trouwens niet aan de wijn zelf te liggen. Vaak is het de combinatie van de dagschotel het apocalyptische boerengejammer als achtergrondmuziek en de hoeveelheid haast die je zo nodig moest hebben. Of je moest weer eens bij een Routiers restaurant terecht gekomen zijn waar de wijn, net als het water, gratis is. Dat de wijn dan voor de helft uit water bestaat zal je niet verwonderen, of toch wel?

De kelder ligt er al een stijf aantal eeuwen maar was verstoken van inhoud. Dat heb ik heel prettig opgelost door de volledige inhoud van een wijnkelder over te nemen. Een busje gehuurd en een dagje gebuffeld om al die 1000 flessen over een ruime 100 kilometer te verhuizen. Dan heb ik dus ineens een volle wijnkelder maar wat ga ik er dan verder mee aanvangen? Gewoon op een hoop laten liggen en zoveel zuipen dat die vanzelf verdwijnt, is eigenlijk geen optie. Wat dan wel? Er staan nog een paar oude wijnrekken in de kelder uit de tijd van Karel de Grote en vol goede moed ga ik de flessen erin leggen. Bij de 12e fles begint het rekje waar 100 flessen in kunnen te protesteren, de metalen dragers laten spontaan los en ik kan nog net 3 flessen die tot breken gedoemd waren opvangen. Ik voel me als een jongleur die zijn eerste dag in het circus meemaakt en met plotseling opkomende krampen lig ik er in een onmogelijke houding bij.

Die rekjes hebben hun beste tijd al een paar eeuwen geleden achter de rug zo blijkt, om het zooitje te verwijderen is dan ineens een heel ander verhaal. De nagels waarmee het geval in de muur bevestigd is zijn berekend op nog vele eeuwen dienst. Niet los te krijgen dat spul! Laat maar even zitten, ik zal mijn 21ste eeuwse koevoet wel eens opzoeken en eens kijken hoe stoer die nagels dan nog zijn. Eerst maar eens gaan zoeken naar nieuwe rekken, op het internet vind ik al snel wat ik zoek maar wat een prijzen zeg! Je zou voor minder alcoholist worden. In Frankrijk vallen de prijzen best mee, een fractie van wat ze er op het internet voor vragen, dus op naar de eerste de beste bouwmarkt en rekjes inslaan.

Tot mijn grote vreugde staat het vak met rekjes bij de bouwmarkt helemaal vol, inladen en afrekenen dus. Het afrekenen bij een Franse bouwmarkt neemt tijd, zelfs al staan er maar 3 mensen voor je gaat het toch al snel een kleine 20 minuten duren. Hoe komt dat dan vraag je je af? Nou dat zal ik eens uitleggen, nadat ze elk schroefje apart hebben gescand moet het aangekochte spul eerst netjes in het wagentje worden teruggelegd. Stel je voor dat je een schroefje verliest op de parkeerplaats! De kassière zit al een paar minuten haar nagels te vijlen als het karwei eindelijk klaar is, dan komt de handtas van de vrouw erbij. Na enkele minuten functioneel gezoek komt daar een voorhistorisch chequeboek uit, gerecupereerd uit de bermuda driehoek van het huishoudboekje zo lijkt het. De kassière is inmiddels nagelloos als er uiteindelijk ook nog een pen tevoorschijn komt om een volledige roman op een cheque te gaan schrijven. Niemand weet meer waar het over gaat, bij welke winkel ben ik ook al weer? Het bedrag was? Leven we nog steeds in deze eeuw? En dan komt de onvermijdelijke vraag van de kassière of de beste klant misschien een klantenkaart heeft. Nee hè, niet echt hoop ik! Wilt U er dan misschien één hebben? Ik sta te koken en na zo’n 20 minuten zijn mijn aardappels gaar. Nog 2 wachtenden voor mij, het lijkt de belastingtelefoon wel.

Eindelijk ben ik aan de beurt om af te rekenen en vol goede moed pak ik een rekje van de wagen af, die wordt gescand en de prijs is ineens 3 keer zo hoog. Uhh, hoe kan dat nou? Blijkt dat ik in mijn ongetemde enthousiasme ook de rekjes voor 100 flessen heb meegepakt. Die wil ik niet want die kan ik de keldertrap niet doorkrijgen omdat ze te groot zijn. De helft van de rekjes valt af maar dan heb ik er ineens niet genoeg. Met 5 rekjes verlaat ik alles bij elkaar drie uur later de winkel.

En dan kom je erachter dat je iets vergeten bent, ik heb me alleen maar geërgerd aan het slakkentempo waarmee alles uitgevoerd werd zonder na te denken dat ik nog iets anders nodig had. Morgen weer een dag, één keer daar in de rij aansluiten is echt wel genoeg voor vandaag.
Dan kom ik tot de ontdekking dat de luxe van een volle wijnkelder niet alleen rozengeur en maneschijn is, hoe ga ik het indelen? Tegen de muur kan ik 18 rekjes kwijt waar bij elkaar 900 flessen in kunnen, laat dat nou net niet genoeg zijn. Buiten dat, ik wil de wijnen op regio klasseren en dat betekent dan dat er rekjes zullen zijn die niet helemaal vol komen. Eigenlijk heb ik dus nog meer rekjes nodig dan de beoogde 18. Om precies te zijn het dubbele aantal.

Dan nog hè, hoe ga ik tussen al die flessen een wijntje terugvinden die ik een tijdje geleden wel te doen vond?
Wordt vervolgd,
Nico.

Pasen.

Een Katholiek feest waarbij gevierd wordt dat de verlosser in de vorm van Jezus Christus aan het kruis gespijkerd wordt. Gezellig feestje, het zijn natuurlijk wel 2 vrije dagen dus we doen eraan mee. Ik ga nu niet de hele bijbel uitspellen maar hetgeen me bezig houdt is waar die langoor met die eieren vandaan gekomen is. De paashaas, ja die! Dus wat doe ik? Ik ga eens goochelen om de herkomst van dat knaagdier te achterhalen. Razend benieuwd waar dat beest die eieren vandaan haalt.

Hier gaan we, de paashaas: “De paashaas is een fictieve haas waarvan aan kinderen wordt verteld dat hij paaseieren brengt op Pasen. Hij is de personificatie van het paasfeest.” Kijk, we liegen al tegen onze kinderen als het om Sinterklaas gaat, de kerstman en de tandenfee. Straks gaan we nog tegen onze kinderen vertellen dat de bezuinigingen in 2013 door de één of andere vogel werden doorgevoerd. Zoiets als: “Geeft niks hoor jongen ( of meisje natuurlijk ), jij kunt het ook niet helpen dat je in een tijd geboren bent waarin spaargeld verdween als sneeuw voor de zon en de huizen geen drol meer waard waren. Dat kwam allemaal omdat er een vogel het binnenhof was binnengevlogen die nogal wat van een kip weg had, die pikte alles wat je je maar kunt voorstellen”. Voor je het weet gaat Rutte de geschiedenis in als de zwarte kip, sterk, meedogenloos en voorzien van een redelijk bezopen beleid. Goed gekleed, dat dan weer wel.

Hoe komt die nephaas aan eieren? Dat schijnt een dwaling te zijn die door de eeuwen heen vermengd is met een andere legende. In Frankrijk, België en het zuiden van Nederland ging het gerucht dat de klokken van de kerk na Witte Donderdag na het luiden vleugels kregen en naar Rome vlogen om eieren te gaan halen. Tja, wat moet je anders uit Rome mee terug brengen hè. De kruidenier op de hoek had zeker geen scharreleieren meer, alleen legbatter-eieren. Plofkip (Rutte) eieren schijnen ontzettend slecht voor je te zijn, niet alleen voor de portemonnee maar ook voor de spijsvertering. Dan vraag ik me toch even af waarom Samson geen lang haar heeft, heeft Rutte hem in de nacht voor de formatie van zijn lokken ontdaan om hem een willoos slachtoffer te maken van het te voeren beleid? Of is het juist andersom en is Samson de drijvende kracht die Rutte de opdrachten geeft? Wie het weet mag het zeggen. Niet echt maar zo loopt het verhaal een beetje leuk.

De politiekhaan steekt de kop weer op hoor, nu we het er toch over hebben mag ik ook wel even melden dat er in onze geliefde landstreek in Duitsland, waar lederhosen en rondborstige serveersters de toon zetten en waar onder het genot van een glaasje bier van 3 liter auto’s ontworpen worden die de naam BMW dragen het symbool van Pasen de haan is. Ik wist dat er aan die Beierse boeren iets niet helemaal jofel was maar om nu een haan in te zetten om eieren te gaan halen gaat me toch te ver. Toegegeven, het is altijd beter dan een haas. Andere Duitse regio’s zetten weer andere dieren in voor het klusje de eieren te halen, zo wordt daar in Thüringen en in Westfalen een vos voor gebruikt. Hoe lang denk je zelf dat een vos erover doet om van Rome weer thuis te komen? Dat beest krijgt honger onderweg en laat die nu toevallig gek zijn op eieren. Dus de kinderen rennen nog voor zonsopgang de tuin in om die verrekte eieren te zoeken en vinden daar een vos die op zijn rug ligt en niet meer bijkomt van de hoeveelheid eieren die hij al binnen heeft.

Dan is Oostenrijk toch het meest nuchtere land, daar laten ze gewoon de kip het klusje klaren, niets Reintje de vos of Buggs Bunny maar gewoon een kip. Biologisch verantwoord op meer dan één manier. Dan moet ik ook nog even kwijt dat er in Bremen hele rare mensen wonen, die denken dat de koekoek die eieren brengt. Biologisch gezien is het eigenlijk niet zo stom. De koekoek legt zijn eieren in het nest van andere vogels dus in dat opzicht kan ik er wel een beeld bij vormen.

Tot slot Australië, jawel, door de vele immigranten is de Paas-traditie daar ook mee naartoe genomen. Nu wil het feit dat konijnen en hazen in Australië een plaag zijn dus om het imago een beetje op te krikken wordt er daar sinds 1968 van de “Easter bilby” gesproken, een langoorbuideldas. Niet op de pianist schieten graag, ik had er ook nog nooit van gehoord.

Uiteindelijk heeft die haas niets met Pasen te maken maar het is ons door de Duitsers in de 16e eeuw wijsgemaakt, net als de kerstboom is het met oosten wind als een soort van besmetting op ons neergedaald. Wat eieren met Pasen te maken hebben wil ik niet eens gaan goochelen, wie weet wat daar dan weer uit gaat komen.

In ieder geval, aan iedereen een heel erg vrolijk pasen gewenst!

Nico.

Formule1, deel 2.

Het internet, daar moet toch ergens een streaming video van de live race te vinden zijn? Natuurlijk, in Spanje en Engeland wordt het wel uitgezonden. Via goochel vind ik binnen notime de links, nog 1 minuut en ik wil een tweede bak koffie. De eerste de beste live-link die ik aanklik geeft een melding terug dat ik niet geautoriseerd ben om dit te bekijken. Andere proberen, nee hoor dezelfde melding. Hebben de Fransen alle IP-adressen geblokkeerd om de formule1 via een ander land te kunnen bekijken. Nee, nou wordt ie mooi! Met een acceleratie waar de eerste de beste formule1 wagen jaloers op zou zijn stier ik de trap op om het kaartje van Canal Digitaal uit de ontvanger van mijn zoon te slopen. Blijkt dat er op de Astra satelliet geen BBC en ook geen Spaanse zenders zitten. Duitsland dan? Alweer mis! Die zenders zullen vast wel door Canal Digitaal worden doorgegeven maar ik heb geen sport-kaart. Ja, een jaarkaart van de snookerclub maar die lust de ontvanger niet.

Teleurgesteld en kwaad, nog slaperig en sacherijnig ga ik op een slakkegangetje mopperend mijn 3e bak koffie halen. Wat een land zeg. Nu zeg ik dat wel maar ik heb begrepen dat het in Nederland ook niet meer vrij te ontvangen is. Dat is PPV geworden, nee geen politieke partij maar Pay Per View. Dat gaat hier om te beginnen al niet door, ik heb nog zo’n hark op het dak staan om überhaupt tv te kunnen kijken, je weet wel, zo’n visgraat die in Nederland al 25 jaar geleden is uitgestorven. Nee die is niet oud, die hark is pas een jaar geleden geplaatst door mijzelf om de oude hark te vervangen. “Heb je dan geen kabel?” Hoor ik je vragen. Nee, heb ik niet, ja electriciteitskabel en telefoonkabel maar daar houdt het dan ook wel mee op. De telefoonkabel moet je je niet veel van voorstellen, daar kan je dus echt geen boxje op aansluiten om tv te ontvangen. Die kabel is nog uit 1947 en is alleen bedoeld om over te telefoneren. Het internet is hier net zo snel als de gemiddelde bewoner van ons dorp, 85-plus en op 3 benen lopend. Twee van henzelf en een stok om op te steunen. We hebben niet eens gas, ze zijn al 8 jaar bezig om het dorp te voorzien van een gasleiding, de verwachting is dat we in 2019 op de gasleiding aangesloten kunnen worden. Heeft geen nut want de andere kant van die pijp is een open gat, ze moeten eerst nog een gasleverancier vinden die er een verdeelstation wil gaan bouwen. Dus ik verwacht rond 2035 over te kunnen gaan op aardgas. Tegen die tijd is het bij Slochteren ook op en is heel Groningen in het gat van de welvaart verdwenen.

Het is inmiddels half negen, ik heb geen meter van de race kunnen zien. De koffie is bijna op en ik moet nodig naar het kantoor. Het duurt normaal gesproken 20 minuten voordat ik uitgewerkt ben, ik ben nogal traag. Gelukkig heb ik wat te doen in die 20 minuten, kruiswoordpuzzels of ander zinloos tijdverdrijf. 20 Minuten per dag voel ik me net een ambtenaar in mijn eigen kantoor van 1 meter 20 bij 80 centimeter. Het heeft wel een directe verbinding met het riool, de beerput is een paar jaar geleden buiten gebruik gesteld. Oh, je had nog niet begrepen dat mijn kantoor het toilet is?

Zo zie je maar wat je allemaal mist als je Nederland verlaat voor een prettig optrekje, schone lucht en ruimte om te leven. Ruimte inclusief geen kabel-tv maar wel met een telex aansluiting, een pandje uit het jaar 1100 met muren van 60 centimeter dik inclusief geen isolatie. Niet warm te stoken dat hok, ik heb er deze winter al 8 kubieke meter openhaardhout doorgejaagd om alleen de keuken warm te houden. Het voordeel is wel dat je met de boor niet bang hoeft te zijn dat je bij de buren door het schilderij aan de muur heen boort. Dat is me in Den Haag al eens gebeurd, het was best een gênant gezicht om te zien dat de boor precies onder de buik van een stier door het prentje kwam. Ik heb dat schilderij wel even in notime 3-dimensionaal gemaakt maar de buren waren er niet van gecharmeerd, zeikers! Hier hebben we geen buren, tenminste, geen buren die van dezelfde muur als wij gebruik maken, dat heet vrijstaand geloof ik.

Eens kijken wanneer de volgende race is en hoe ik die dan wel kan gaan aanschouwen, ik heb wel een idee. De watermolen waar mijn (onze) vriend Dean woont staat al een jaar leeg. Juist, de Dean van de 530D kronieken. Hij heeft een schotel met ontvanger die ook de BBC laat zien op de tv, het enige probleem is dat het er koud is dus ik denk dat ik zijn ontvanger met kaart maar even confisqueer zolang hij er niet is. Pfff, wat een land zeg hier, de droom van vele Nederlanders om in Frankrijk een huisje te hebben, ik zeg blijf erover dromen dan valt het altijd mee.

Nico.

Formule1, daar begon het mee. (1).

Het begin van het formule1 seizoen, ik heb er naar uitgekeken. Niet iedereen is er dol op maar ik wel. Ik ga geen verhandeling geven over het wel en wee in de formule1 of wie mijn voorkeur heeft. Nee ik begin bij het begin op 16 maart 2013. Dat noemen ze een “offset”, normaal is het begin om en nabij het jaar nul gelegen maar om het begin van dit verhaal aan te geven is het nu dus even 16 maart 2013. Overigens hadden ze in het jaar nul ook races, geen tv maar wel races. Ooit de film Ben Hur gezien? Nee? Nou dat gaat dus over … uhh, laat maar zitten. Weet wel dat Julius Cesar niet voor niets is omgedoopt tot Julius Racekar. Door mij ja. Wat is het verschil tussen nu en toen? Er vallen nog steeds doden tijdens de races, gelukkig in de formule1 sinds het verschrikkelijke ongeluk van Ayrton Senna niet meer. Toch vreemd dat bijna niemand zich Roland Ratzenberger herinnert. Een jonge coureur die een paar weken voor het ongeluk van Senna de dood vond. Shoot, ik zou niet uitweiden over de formule1, ik beloof het niet meer te doen.

16 Maart dus, de eerste race is in Australië. Geen punt maar dan moet ik vroeg mijn bed uit. De avond valt en ik zit nog even op het forum te kijken, wanneer doe ik dat niet zou je zeggen. Dan schiet mij ineens te binnen dat ik even moet kijken hoe laat de eerste race van het seizoen begint, om 7 uur s’morgens, juist. Naar bed en dapper de wekker op 6:15 zetten, met het genot van het nieuwe seizoen in gedachten val ik al snel in slaap.

De wekker loopt af, wat is een nacht toch kort als je goed slaapt hè. Miki, mijn vrouw, schrikt wakker en vraagt waarom die kl*tenwekker midden in de nacht afgaat. Niks aan de hand schat, de formule1 race begint zo. Ohh, draait zich om, mompelt nog wat en snurkt verder. Eerst koffie zetten want anders val ik in slaap tijdens de race, en waarom hoor ik nu ineens vanachter een aantal beeldschermen opmerkingen van “Zie je nou wel, er is niets aan.”? Ik vind van wel en met een verse bak koffie in de hand begeef ik me naar de woonkamer, een kwartiertje later kom ik daar aan. Ruim wonen heeft zo zijn ongemakken. Was je van plan een groot huis te kopen als je postcodeloterijmilionair wordt? Ik raad het af, 45 minuten lopen om de vuilbak buiten te zetten gaat in de zomer nog wel maar als het 5 graden vriest is het ineens een ander verhaal.

Hierbij moet ik denken aan een stukje van Freek de Jonge uit de 70-er jaren, Freek wie? De Jonge jongen, sjonge jonge. Enfin, ik citeer:
“Ik ben geen held in het verkeer en na een optreden sukkel ik dan met een gangetje van 90 naar huis. Dan kom ik bij de poort van mijn oprijlaan, daar durf ik wel gas te geven en met een gangetje van 180 ben ik dan binnen 2 uurtjes thuis. Ja ik woon nogal ruim. Één keer is het me gebeurd dat ik op mijn oprijlaan zonder benzine kwam te staan, sindsdien is er halverwege een tankstation en heb ik 3 praatpalen laten installeren.”
Praatpalen, tja dat komt tegenwoordig niet meer voor, de goede oude tijd. Als je op de wegenwacht wachtte wachte je het langst. Ik zag daar toen al overeenkomsten met de formule1 in, die moeten ook altijd terug lopen als zo’n racewagen het opgeeft.

Ik zet de tv aan, even bij de les blijven want daar ging het over. Als je ruim woont dan krijg je dit soort gedachten onderweg naar de woonkamer. Je zou bijna vergeten waarvoor je de reis eigenlijk gemaakt hebt, koffie koud en dan terug moeten lopen omdat de batterijen van de afstandbediening toevallig leeg zijn. Die batterijen liggen natuurlijk in de keuken dus moet je nog een half uurtje onderweg.

Goed, de tv gaat aan maar in plaats van ronkende motoren en haarscherpe inhaalacties zit ik ineens naar een kinderprogramma te kijken. Wat is dit nu? Het is 5 voor 7 en ik wil de startgrid zien. Andere zender dan? Ik scan fanatiek de beschikbare kanalen af maar niets wat op formule1 lijkt. Wat nu weer? Via het internet kom ik te weten dat de Franse tv stations het niet de moeite waard vonden om dit evenement nog langer uit te zenden. Ben je mooi klaar mee als je het graag ziet, ik voel me gediscrimineerd en denk aan een protestactie. Het dringt tot me door dat alle andere formule1 liefhebbers in Frankrijk het meer op vervoer per auto hebben dan te gaan lopen protesteren.

Wordt vervolgd,
Nico.

Koelsysteem deel 1.

Dit artikel heeft al eens in het clubblad gestaan maar niet alle lezers zijn lid van de club, daarom nu dus ook te lezen voor de niet-leden.

Op een mooie winterdag ben ik onderweg naar huis in Frankrijk, dat is in totaal een ritje van 65 km over de provinciale weg. Omdat het spitsuur is zitten alle huisvaders ook op de weg en ik weet echt niet waarom, maar die hebben dus totaal géén haast om thuis te komen. Met 60 tot 70 km per uur zit ik allerlei redenen te verzinnen, “zijn vrouw kan niet goed koken zeker” en “volgens mij is je schoonmoeder op bezoek”. Hoe dan ook, het schiet niet op.

Dat wordt nog erger gemaakt doordat het vrij heuvelachtig is en er op bijna de helft van de route, en terecht overigens, een doorgetrokken streep staat. Om het plaatje compleet te maken moet ik door precies 10 dorpen heen en staat er één flistskast ergens in het wild.Het sukkelt al met een veel te lage snelheid voort en dan gaan Boer Biet, Truus Trammelant en Harry Huiverig nog afremmen ook !! Ik weet ook wel dat die provinciaaltjes een puntenrijbewijs hebben, maar met 50 langs een elektronische struikrover waar je 90 mag krijg je echt geen punten mee terug!

Nu ben ik een redelijk geduldig mens, maar je kunt het ook overdrijven hè. Dus als het even kan schiet ik met de 7 een paar geitenkaaseters voorbij. Om vervolgens weer flink af te remmen want aan de horizon doemt een dorp op. De remmen in de Franse autootjes schijnen niet erg best te zijn, dus moet er ruim van te voren snelheid geminderd worden om vervolgens met 30 km per uur het dorp door te kunnen kruipen.

Ik nader dorp nummer vijf, ongeveer halverwege mijn rit. Ja, dat had je waarschijnlijk zelf ook wel kunnen verzinnen. De weg is vrij en ik besluit nog enkele escargots in te halen. Voor de lol zet ik de automaat in sportstand, niet dat het nodig is maar dan gebruik ik die ook eens.
Met het gas op de plank vlieg ik er vier voorbij, bij de vijfde kijk ik in mijn achteruitkijk spiegel of ik al naar de rechter baan kan. En dan zie ik tot mijn grote schrik een gigantische mistbank achter mijn auto ontstaan. De schrik slaat om mijn hart, ik zal de koppakking er toch niet uitgeblazen hebben? Naah, kan niet, nog nooit van gehoord bij een BMW V8 motor. Maar ik kan natuurlijk zomaar de eerste zijn.

Ik laat de 7 uitrollen en na de rotonde kan ik hem aan de kant zetten. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat er in de diesel gebakjes die ik net voorbij ben gegaan enige lol te bespeuren is. Ik blijf dan ook even zitten tot het slakkengilde voorbij is. Na enkele minuten open ik de motorkap, daar valt niets te zien vanwege de stoom, zelfs mijn bril beslaat aan beide kanten. Van buiten én van binnen. Als de stoom is opgetrokken zie ik dat de radiatorslang geëxplodeerd is, pffffff ….. een geluk bij een ongeluk!! Maar hoe kom ik nu thuis? 30 Kilometer lopen gaat het niet worden, en liften is hier al helemaal niet succesvol.

Gelukkig heb ik altijd gereedschap bij me, dat stamt nog uit mijn studietijd toen ik auto’s reed die bijna dagelijks een interventie nodig hadden. Ik demonteer de slang en ga lopend naar het dichts bijzijnde sleutelhok, de term garage is hier beslist niet op van toepassing. Erg hoopvol ziet het er niet uit met een Renault 4, een Fiat Doblo en een fossiele Citroën Visa voor de deur.
Ik waag het erop, tja, er is geen alternatief. Bonjour, heeft U een stukje slang voor mij? Bedenkelijk kijkt de antiek sleutelaar naar de koelslang en het eerste antwoord is natuurlijk “nee”. Het hoeft niet precies dezelfde te zijn, als het nodig is leg ik er zelf wel even een bocht in, als ik maar thuis kom. Willem met zijn waterpomptang zal en moet weten uit wat voor een auto de slang komt, deze is van een BMW. Hij trok een smoeltje alsof hij nog nooit een BMW van dichtbij had gezien, maar was hulpvaardig genoeg om mijn rampslang te voorzien van een hele rol duct-tape. Bedankt, wat kost dat? Hij kijkt me aan en zegt “gratis”, en ik hoor hem denken “ je komt er toch niet ver mee”.

Wordt vervolgd,
Nico.

Stof tot schrijven.

Stof genoeg in huis met de verbouwing waar ik mee bezig ben maar weinig waarvan ik zeg dat het de moeite waard is om te vermelden. Oké, misschien die munt van 10 centimes uit de tijd van Napoleon de 3e die ik onder de vloer heb gevonden, muntje uit 1863 en alleen in uitmuntende staat iets waard. Je begrijpt het natuurlijk al, dat is dit muntje niet. Ik heb nog wel verder gezocht naar “de schat”, er kwamen nog een six-pence en een Amerikaanse dollar onder vandaan. Net niet genoeg om van te gaan rentenieren. Dus ja, waar moet ik het dan over hebben?

De geschiedenis is afgezaagd, dat is allemaal al eens gebeurd dus er is niets nieuws onder de zon. Ik heb op school dan ook nooit begrepen waarom we zo nodig moesten weten wanneer de 80-jarige oorlog heeft plaatsgevonden of waarom het “tot je ontwikkeling bijdraagt” als je weet met wie Louis de veertiende allemaal naar bed geweest is. De noormannen kwamen uit het noorden, goh wat een verrassing. Later bleek dat een noorman geen viking is, die kwamen weer ergens anders vandaan. Feit is wel dat het allemaal ijskonijnen waren uit het noorden. Lekker belangrijk om te weten. Of dat Bonifatius als een bokking is vermoord, oh nee, bij Dokkum vermoord. Van mij had het net zo goed bij Sexbierum mogen zijn, dan had ik misschien nog een beetje het idee gehad dat het logisch is dat je een geestelijke, koste wat het kost, bij een dorp met zo’n naam vandaan wilt houden.

Nu we het toch over school hebben kan ik je vertellen dat er wel meer vakken zinloos waren, neem nu lichamelijke oefeningen. Daar was ik in het begin heel erg geïnteresseerd in maar toen bleek dat je jezelf in het zweet moest gaan rennen zonder dat daar iets tegenover stond was de lol er al snel vanaf. Bij lichamelijke oefeningen had ik toch een heel ander idee hoor! Goed, je mag er best moe van worden maar het moet wel bevredigend zijn vind je niet? Het gevolg was dan ook dat ik al bij de eerste les op de gang stond, het is verboden aan lichamelijke oefeningen een eigen invulling te geven. Ze roepen al jaren tegen je dat je eens initiatief moet nemen en als je dat dan doet was dat ineens niet de bedoeling. Toen heb ik het initiatief genomen om die lessen niet meer te volgen, weer niet goed natuurlijk en dan mag je op bezoek bij de rector. Cor heette de beste man, juist, cor-rector.

De rector hield je altijd wel bezig, meestal met sommen maken. Dat noemde ze toen al moderne wiskunde, ik was er snel op uitgekeken en ik stap naar Cor toe. Ik vraag hem waarom al die opgaven een andere uitkomst hebben waarop hij antwoordt: “het gaat niet om de uitkomst maar om de berekening”. Nou dan weet ik nog wel een ander sommetje voor je, hoe je die ook wendt of keert daar komt altijd 9 uit. Hij keek me met ongeloof aan, geloof je me niet? Probeer het dan maar eens, neem een getal in je gedachten van 1 tot en met 9, dat noemen we geheel in de stijl de variabele. Heb je er één gekozen? Mooi, vermenigvuldig dat met 3, tel er dan 3 bij op en vermenigvuldig de uitkomst nog eens met 3. Je hebt nu een getal van 2 cijfers, tel die 2 cijfers bij elkaar op en je zult zien dat de uitkomst altijd 9 is! Zo, sommetjes maken was er in het vervolg voor mij niet meer bij. Tja, als het toch om het principe gaat dan is het wel zo mooi als je de uitkomst al weet. Over het principe van mijn som heeft hij het nooit meer gehad.

Eens kijken waar ik het nog meer over zou kunnen hebben, het nieuws natuurlijk! Ik pak zo maar een paar headlines van de laatste paar dagen. Er staat een schoorsteen op de Sixtijnse kapel, dat is wel handig want als de stembriefjes verbrand worden zonder schoorsteen stikt de nieuwe Paus ter plekke. Lubbers licht gewond bij ongeluk, met zijn elektrische auto nota bene. Schroevendraaier in het hoofd van een Pool, hij had niet begrepen dat je gereedschapskoffers kunt kopen om die dingen in op te bergen. Waarschijnlijk hebben ze bij de inburgeringcursus het werkwoord kopen overgeslagen. Kees Tol is de mol, zal me een worst wezen. Politie zoekt naakte automobilist, wat een signalement, erg goed gedetailleerd ook. Willem Alexander stopt als militair. Hoezo? Heeft hij een ander baantje op het oog? Ik dacht altijd dat de koning het hoofd van de strijdkrachten was, zal wel weer ouderwets zijn zeker. Politie moet ervaring bij rellen delen, thuis oefenen jongens!

Laat ik maar ophouden, het nieuws is ook niet veel soeps.

Nico.

Mijn 7, de Franse APK.

Heel lang kan ik niet van de 7 afblijven, het certificaat kan binnenkort in de bus vallen en de APK moet geregeld worden. Over de APK gesproken, de 7 lijkt keuringswaardig maar moet ik nog meer nakijken? Ik heb mijn twijfels over de schokbrekers maar ik besluit eerst maar eens naar de APK te gaan en zien wat er nog aan afkeurpunten uitkomt. De schokbrekers zijn voor mij een punt van aandacht, als ik over een verkeersdrempel heen rij dan is het net of ik aan het bungie-jumpen ben. De 7 heeft geen problemen met bochten en wegligging maar toch zit het me niet lekker. Daarbij geeft de versnellingsbak nog steeds problemen maar dat zal voor de APK geen punt zijn, het komt toch pas voor na een 100 kilometer gereden te hebben.

Met angst in de schoenen maak ik een afspraak, het moet gewoon want als het certificaat binnenkomt ga ik dezelfde dag nog een Frans kenteken halen. Dan moeten alle papieren wel aanwezig zijn. Ik heb mijzelf nog een week speling gegeven om de 7 eventueel voor een gratis herkeuring aan te bieden en over 2 dagen heb ik een afspraak voor de eerste APK ronde. Even relaxen, niets meer aan de 7 doen want er bestaat nog meer in het leven dan een auto. Ja ja, makkelijk gezegd, ik ben nog niet eens op de helft met het perfect maken van mijn project-7. Toch maar even een paar dagen een ontwenningskuur gevolgd en de 7 lekker gelaten voor wat het is.

7 Uur ’s morgens op een mooie dinsdag loopt de wekker af, ik heb rond 8 uur een afspraak bij de keuringsboer. Eerst een paar kannen koffie anders kan ik de spanning niet aan. Met een omweg van 10 kilometer arriveer ik bij de keuringsboer die gewend is aan Renaultjes en aanverwante artikelen. De motor en de katalysators moeten goed warm zijn voor de uitlaatgas meting, vandaar de 10 kilometer omweg. Ik lever de sleutels in en Pierre gaat met mijn 7 aan de slag. In Nederland zou die gozer gewoon Piet genoemd worden maar hier heeft zelfs een plattelands naam zoals Piet een goede klank. Nu hopen dat de uitslag net zo goed is. Als eerste de uitlaatgastest, hij steekt de sonde in de uitlaatpijp die het minste roet naar buiten gooit dus dat is hoopvol. Je moet weten dat er onder mijn 7 geen middendemper zit dus hij meet alleen de uitlaatgassen van de linker cylinderbank. Alsof Pierre dat wat uitmaakt, de volgende stap is de rem- en schokbreker testbank. Ik zie op de monitor waarden voorbij komen waarvan mijn mond open valt. Zo goed heb ik het nog nooit gezien! En jawel hoor mijn home-made modificatie van de handrem werkt! Pierre heeft niet gezien dat het airbag lampje niet is aangegaan en, zoals het hoort, weer uitging. Voordeeltje voor mij, hij had ineens zoveel lampjes voor zijn neus dat hij de één niet van de ander heeft kunnen onderscheiden.

Verder, naar de brug voor een visuele inspectie. Lagers, stofhoezen, onderkant, uitlaat en wielophanging worden gecontroleerd. Hij heeft geen idee hoe het eruit hoort te zien en de verwijderde middendemper valt hem dus niet op. Pierre doet wel heel erg interessant daar onder mijn 7 maar waar het over gaat heeft hij niet echt begrepen. De 7 wordt naar buiten gereden en hij gaat zijn rapport uitprinten. De 7 is goedgekeurd met één opmerking van zijn kant, er zit beginnende roest op de onderkant. De fietspompjes die schokbrekers moeten voorstellen zijn niet opgevallen op de testbank, ook de roest aan de benzinetank niet. Laat staan de versleten reactiearmen aan de voorkant. Dat hij de hardy-schijf niet heeft aangemerkt als zijnde “aan vervanging toe” inclusief het tussenlager verbaasd mij niets. Maar ja, dat ga je krijgen als je de hele dag alleen maar lelijk eendjes keurt en al ruim 40 jaar geen achterwiel aangedreven auto meer gezien hebt.

Ik ben blij, de 7 heeft een CT! Dat is een Control Technique oftewel een APK en is daarbij voor 2 jaar geldig. Wel wordt het uitvoerkenteken op het kleine stukje papier wat aan de binnenkant van de voorruit geplakt moet worden geprint, hopelijk zal dat uitvoerkenteken de week daarna vervangen worden door een origineel Frans kenteken.

Nou, dat hebben we gehad, op naar zaken die echt aangepakt moeten worden. Of de keuringsboer het nu gezien heeft of niet, de 7 is nog lang niet klaar. Een week later valt het lang verwachtte certificaat van overeenstemming in de bus, feestje! Ik ga naar het equivalent van AH in Frankrijk, de Super U, om wat champagne in te slaan. De Fransen weten hoe ze de geachte clientèle moeten binden, niet zoals in Nederland waar iedereen “jij” is maar U. Wel jammer dat de Fransen zelf geen idee hebben hoe beleefd ze eigenlijk zijn. Aan de andere kant is het geen gezicht als er “Super Vous” op de gevel zou staan.

De gewenste flessen onder het genot van de electronische vertroetelaar, te weten de zachte maar kooplustig makende muziek in het wagentje gemikt. Ook maar een blok Foie Gras, ganzenlever, door die rotmuziek erin gesjoelt . Vind ik lekker, mag niet van de PVDD of hoe dat ook mag heten maar in Frankrijk is het een traditie en dat pakt geen enkel Nederland splinterpartijtje van ze af. Ik kom met mijn decadente inkopen bij de kassa en daar wordt om mijn “Carte de Fidelité” gevraagd. Fideel kaartje wat zich in de Franse samenleving heeft genesteld zoals de bonuskaart dat hier gedaan heeft. Natuurlijk heb ik die, toch moet ik altijd aan Fidel Castro denken op de één of andere manier, supermarkt communisten zijn het ten slotte allemaal! Dat wil zeggen, de baas is rijk en zijn personeel werkt voor een hongerloontje. Nee echt, ik heb het jacht van de grote baas van de Super U in Saint Tropez gezien, de gemiddelde ervaren interieurverzorgster heeft 3 weken nodig om het van boven tot beneden “een beurt” te geven. Als bonus kan ze waarschijnlijk ten hoogste zelf op een beurt rekenen onder het motto dienst en wederdienst. Ja, of 1000 punten extra op haar kaartje natuurlijk, ligt aan leeftijd en uiterlijk zo ongeveer. Nu weet ik ook waarom er nooit lelijke oude vrouwen op dat soort bootjes een baan vinden. U noemt dat discriminatie? Nee hoor, zoals de Nederlandse overheid placht te doen heet dat “een voorkeursbeleid”.

Wordt nog steeds vervolgd,
Nico.

Kronieken van een E39 530D, deel 8.

Het vervolg van “Kronieken van een E39 530D. Deel 7”.

Via het Forum kom ik te weten dat er naar alle waarschijnlijkheid een terugslagklepje in de brandstoftoevoer niet meer werkt. Ik vraag me toch af hoe zo’n klepje ineens de geest kan geven als je een heel ander deel van de brandstofleiding afbreekt. Overigens sta ik nergens meer van te kijken tegenwoordig, en al helemaal niet wat BMW betreft.
Ik geef het goede nieuws door naar die andere wereldstad en drie weken later komt Dean zowaar terug met een nieuw terugslagklepje. Niet dat ik er was, ik zal al weer in Nederland. Enfin, Dean heeft ook zelf het terugslagklepje gemonteerd in zijn 5 en wonder boven wonder sloeg het beest in één keer aan. Je moet je voorstellen dat zijn BMW zo’n 10 weken buiten gebruik geweest is.

Eindelijk treffen we elkaar weer eens in Frankrijk en ik krijg het hele verhaal over de C5, zijn BMW en alle andere dingen te horen. Ook haal ik de volgende dag de C5 weer bij hem op, met twee splinternieuwe voorbanden eronder. Dat had slechter gekund! Dean had voor weinig 2 Pirelli’s kunnen krijgen die de C5 een veel betere wegligging geven dan de standaard Michelins. Over de prijs hebben we het niet gehad, dat zagen we beide als vergoeding voor het lenen van het stuk fruit. Waar vind je nog zulke vrienden? Zoals ik bedoel ik hè!

Er gaan enkele weken voorbij voordat zich een “min of meer” nieuw probleem aandient. Het probleem is niet nieuw, het is meer een terugkomend verschijnsel. Om bij het begin te beginnen, Dean had mij gevraagd om een stukje in zijn 5 te rijden om te voelen of de besturing nog in orde was na het debacle met de depanneur, dat was het dus niet. Vijf dagen later had hij er 2 nieuwe draagarmen onder geschroefd en vroeg mij nogmaals een stukje te rijden. Wat is een E39 toch een grote auto als je aan de andere kant zit te sturen zeg! En dan te bedenken dat mijn 7 nóg groter is.

Wat mij opvalt is dat de indicators van de richtingaanwijzers in het instrumenten cluster het niet doen. De richtingaanwijzers zelf werken overigens prima, net zoals het groot licht en de mistlampen, maar geen van allen geven een indicatie in het cluster. Terug naar het begin van het verhaal dus, buiten dat de motor goed loopt maar nog steeds tikt als een dwaze. Dean krijgt wederom alle kleuren van de regenboog, goh dat heb ik eerder gezien en hij kan het nog steeds! Over een paar dagen moet hij terug naar het land waar de pub’s sluiten als je net dorst krijgt, daarbij heeft hij een nieuwe APK nodig, een MOT op z’n Engels. Het blijft een weggelopen Brit, hij heeft nog steeds een Engelse nummerplaat en registratie.

Aan de computer dan maar weer, maar de software kan geen problemen in de modules vinden. Als ik een cluster-test doe dan komen alle lampjes wel netjes op, dus wat kan het nu weer zijn? De Webasto is al buiten spel gezet en dat bevestigt meteen mijn gedachten over de samenhang tussen de standkachel en het cluster probleem. Er is geen samenhang! Wat de eilander, die het probleem schijnbaar had opgelost, heeft gedaan weet ik echt niet, feit is wel dat het cluster probleem stiekem zijn weg terug vindt in de 5. En die rode punt is er ook nog steeds.

Natuurlijk komen problemen niet alleen, de 5 trekt ook niet echt meer en de gemiddelde Smart is op dat moment sneller. Turbo? Zit er een turbo op dan? Daar is helemaal niets van te merken! Toch komt er geen zwarte walm uit de uitlaat dus denk ik dat de luchttoevoer wel in orde is. Één ding tegelijk, eerst het clusterprobleem. Ik kan me herinneren dat ik de LKM (lichtmodule) die hij via Ebay had gekocht erin gebouwd had, omdat hij toch de motor liet repareren in Engeland heb ik die laten zitten. Ik krijg een ingeving en vraag aan Dean of hij de oude LKM nog heeft, wonderwel heeft hij die bewaard. Nou, dan gaan we eerst de oude erin zetten. Zoals gewoonlijk sloop ik eerst de verkeerde kant van het interieur, oh shit! Al snel heb ik de juiste kant open en haal de LKM eruit, oude er weer in en gaan met dat ding.

Even testen, clustertest is goed maar dat was bij de andere ook geen probleem. Wonderwel werken de indicatielampjes van de richtingaanwijzers weer, ook het grootlicht lampje is present. Eens kijken, ja hoor de rode punt is uit het instrumentencluster verdwenen. Hé, dat is vreemd, indien de LKM de kilometerstand bijhoudt dan klopt er iets niet want die LKM heeft een kleine 5000 kilometer op de plank gelegen. Per definitie zou de punt dan moeten blijven omdat je maar iets van 100km speling hebt. Later heb ik geleerd dat als de kilometerstand in het cluster hoger is dat het geen enkel probleem is, de LKM “leert” dan de stand van het cluster. Andersom gaat niet, een LKM met een hogere stand zal zich niet naar beneden bijstellen en laat dan vrolijk de rode punt in het cluster oplichten. Dus voor de firma Beun en Co valt er weinig te rotzooien.

Dean blij, hij kan zonder angstzweet in zijn handen naar de APK. Alles bij elkaar is het toch redelijk soepel verlopen.

Nico.